Bisschoppelijk bezoek

Tijdens zijn 12-daags bezoek aan het dekenaat Aarschot vroeg aartsbisschop Léonard uitdrukkelijk om in contact te komen met jongeren. Op maandag 5 november was hij te gast in het Damiaaninstituut waar hij in totaal een 60-tal laatstejaarsleerlingen van de vier scholen van de scholengemeenschap ontmoette. De grote groep werd opgesplitst in twee kleinere groepen die elk gedurende één uur in een vraaggesprek gingen met de bisschop. Het ging telkens over gemengde groepen met leerlingen van Sancta Maria, Sint-Jozefscollege, Sint-Jozefsinstituut en Damiaaninstituut. Terwijl de ene groep in gesprek was, kon de andere groep alles volgen via een audiovisuele opstelling in de stille ruimte die door de DIA-leerlingen van het 7de jaar Stuur- en Beveiligingstechnieken werd geïnstalleerd. De godsdienstleerkrachten hadden deze toch wel speciale bijeenkomst inhoudelijk prima voorbereid en enkele weken terug werd er zelfs een ‘ijsbreker’ georganiseerd zodat de jongeren mekaar beter leerden kennen en er concrete afspraken gemaakt werden.
Op de namiddag zelf stond iedereen wat onwennig en een tikkeltje gespannen te wachten in de gangen van het oude kloostergebouw. Bij aankomst stond ROB-televisie monseigneur Léonard op te wachten en interviewde hem en een leerlinge van Sancta Maria. Nadien werd er nog een groepsfoto genomen waarbij mgr Léonard zich heel ontspannend en lachend tussen de jongeren mengde. Door dit ongedwongen gebaar was de toon gezet!
De leerlingen die zich spontaan hadden aangeboden om naar de ontmoeting te komen, stelden tientallen vragen die ze nauwkeurig hadden voorbereid en geformuleerd. De meest verschillende onderwerpen werden aangesneden: euthanasie, de rol van de katholieke school, vergeving, scheiding, priesterschap voor de vrouw, het celibaat, het slinkend aantal priesters, het geluk, … De bisschop luisterde telkens met veel aandacht naar de vraagsteller en gaf een zo concreet mogelijk antwoord. Natuurlijk lagen de antwoorden in de lijn van de verwachtingen, maar –zoals een leerling nadien zei- hij kaderde zijn antwoorden telkens binnen een gelovige visie. “Nu weet ik tenminste waarom hij zulke dingen zegt”, lichtte Pedro Peddoni nadien toe, “hij is echt een man die leeft volgens de bijbel”. Regelmatig toetste hij zijn antwoorden ook aan bijbelfragmenten. Bijwijlen was het gesprek zeer intens: de spanning was te snijden toen de monseigneur sprak over zijn persoonlijke ontmoetingen met Michèle Martin en toen een meisje –met de krop in de keel- te kennen gaf hoe erg ze het vond dat haar gescheiden ouders volgens de Kerk niet terug mochten hertrouwen, werd het muisstil… en was ook de bisschop duidelijk emotioneel getroffen.
Thema’s als echtscheiding en vergeving kwamen uitgebreid aan bod en werden benaderd vanuit de officiële kerkelijke leer enerzijds en het grote mededogen van een gelovige anderzijds. Achteraf zegden leerlingen dat ze in deze zienswijze wel konden inkomen omdat ze zich nu hadden kunnen verplaatsen in de geest Jezus. De houding tegenover homoseksualiteit of de onmogelijkheid van de vrouw als priester bleven echter standpunten waarin jongeren zich helemaal niet konden terug vinden, ondanks de bisschoppelijke uitleg.
Een hartelijke handdruk voor elke jongere sloot het officiële gedeelte van de ontmoeting af. Enkele leerlingen hadden nog een privé babbel met de bisschop (naar zijn zeggen confronteerden ze hem nog met zeer intieme en persoonlijke thema’s). Iedereen werd nadien nog vergast op een drankje en een knabbel.
De reacties van de leerlingen waren vrij positief: ze vonden het een unieke gelegenheid om met de aartsbisschop te kunnen spreken (het viel op dat velen ook hun ‘zondagse’ kleren hadden aangetrokken!). Ze waren duidelijk getroffen door de getuigenis van een ‘authentieke’ christen en –ook al vonden ze de standpunten soms zeer moeilijk te begrijpen- toch wilden de meesten de stap zetten erover na te denken.
Al bij al was dit een lovenswaardig initiatief dat aanzet tot nog meer onderlinge ontmoetingen tussen de leerlingen van de scholengemeenschap. Het sterkste pluspunt van deze ontmoeting was dat het jongeren heeft doen na-denken; de soms filosofische gesprekken achteraf waren hartverwarmend en hoopgevend. De kern van het christendom formuleerde Mariusz Hermans als volgt: “ik geloof dat er Iemand is en dat we dus niet alleen zijn en dat we dus heel veel respect moeten hebben voor mekaar. Wij zijn de klokken die verder blijven tikken, dus ergens moet er wel een klokkenmaker zijn.”

Klik hier voor een diashow (57 foto’s).

ROB-journaal van 5 november 2012.

This entry was posted in Events and tagged , . Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *