Woensdag 29 april vertrok 4C (Wetenschappen) met de fiets naar Meetshovenbos. Het was voor een praktijkles biologie,namelijk  het bestuderen van een waterbiotoop.
’s Morgens bij het eerste belsignaal vertrokken we onmiddellijk met de fiets. Zonder al te veel ongelukken kwamen we (allemaal heelhuids) aan de poel die we gingen bestuderen.
We namen onze spullen en konden aan de slag. De vorige woensdag waren we al even een kijkje gaan nemen om de abiotische elementen te bepalen. Hiermee bedoelen we dan zaken zoals het zuurstofgehalte, de zuurtegraad en de temperatuur van het water opmeten.
Deze woensdag keken we welke diertjes (in de biologie spreken we van macro-invertebraten) er nu juist in de poel voorkwamen. We zochten met een schepnet naar kleine waterinsectjes, weekdieren of larven. We kregen smurfblauwe handschoenen en pincetten en zo konden we het gevonden materiaal gaan inspecteren op leven. Onze biologieleerkracht en zijn assistente gaven ons aanwijzingen zodat we na wat zoeken enkele bloedzuigers, een cyclops en een muggenlarve vonden. Dit zijn allemaal macro-invertebraten die aanduiden dat het water van een minder goede biologische kwaliteit is. We hadden deze resultaten al voorspeld vanwege het lage zuurstofgehalte dat we vorige week hadden gemeten.
Gelukkig hadden we nog een plan-B. Dhr. Vandepitte (onze biologie leerkracht) wist nog een vijver in de buurt. Dus namen we onze fiets en trokken we verder. In de vijver vonden we wel een heleboel macro-invertebraten zoals een schaatsrijder, een waterkever, enkele ruggezwemmers, vele dikkopjes en als laatste pronkstuk nog een alpenwatersalamander.
Na onze geslaagde excursie trokken we terug naar school. Nu enkel nog wachten op de volgende biologieles waarin we de gevonden macro-invertebraten met de microscoop kunnen bestuderen.
 
Cedric Goovaerts, 4C